Machines en arbeidsmiddelen vormen een belangrijk onderdeel bij de risicobeheersing in de onderneming, onder meer bij de aankoop van nieuwe uitrusting of bij aanpassingen aan de installaties. Maar wat als er toch iets misloopt? Een machine die hapert of meermaals blokkeert? Heeft elke machine een noodstop nodig?

Gebruik de noodstop

Hoor je iets raars of zie je ergens rook uit een motor komen? Handel dan snel en druk de noodstop in. Die legt de betreffende machine stil en schakelt daarmee ook onmiddellijk alle gevaren en risico’s uit. Voor jezelf én voor je collega’s. Ga nooit zelf ‘prutsen’ aan de machine. Ook al lijkt het probleem eenvoudig en denk je het snel op te lossen. Wat je dan wel moet doen? Verwittig onmiddellijk de technische verantwoordelijke. Die kent de machine door en door en wéét precies wat te doen.

Wat is het?

Voor nieuwe machines is een noodstopinrichting verplicht volgens de Machinerichtlijn (2006/42/EG, Annex I, §1.2.4.3). Hierin is deze verplichting als volgt geformuleerd: ‘Een machine moet zijn voorzien van één of meer noodstopinrichtingen waarmee reële of dreigende gevaarlijke situaties kunnen worden afgewend.’ Deze eis geldt niet voor machines waarbij het risico niet verminderd zou worden door de noodstopinrichting.

De paddenstoel

De noodstop heeft de vorm van een paddenstoelvormige drukknop (rood met een gele achtergrond). Voor lange transportbanden kan een noodstopkoord langs de band effectiever zijn. De noodstop moet eerst handmatig worden gereset. Daarna mag de machine met behulp van een hiervoor bedoeld bedieningsorgaan wederom worden ingeschakeld. De noodstop is besturingstechnisch dominant over alle andere machinefuncties. De noodstop is een veiligheidsfunctie, dus moet de achterliggende besturing voldoen aan de eisen voor veiligheidscircuits (bijvoorbeeld volgens EN 954-1 of EN-IEC 62061).

Heeft elke machine een noodstop?

De noodstopinrichting is bedoeld om schade of letsel te voorkomen of te beperken in geval van een incident. Een noodstoptoestel mag dus niet als beveiliging worden gezien. Relevante normen voor de noodstop zijn onder andere EN-ISO 13850 en EN-IEC 60204-1. Een noodstop is alleen zinvol als het arbeidsmiddel binnen een aanvaardbare tijd in een veilige toestand kan worden geschakeld. Voor eenvoudige machines, bijvoorbeeld een kolomboormachine, heeft een noodstop om deze reden dan ook niet veel zin. Voor grotere machines is een noodstop wel zinvol, mits de bewegende delen voldoende snel tot stilstand komen (binnen een paar seconden). Een machine moet voorzien zijn van voldoende noodstoppen, in ieder geval op iedere bedienersplaats.  Zie ook algemene minimumvoorschriften arbeidsmiddelen – bijlage IV.2-2.

Aantal noodstoppen

Voor complexe samengestelde machines is een noodstopplan een goed middel om het aantal en de plaats van de noodstoppen vast te stellen. Vanaf iedere bedienersplaats moet de bediener de machine(sectie) die hij kan overzien, kunnen afschakelen. Dit betekent in de praktijk dat het noodstopcircuit van een productielijn doorgeschakeld wordt, zodat van iedere bedienersplaats de gehele lijn wordt uitgeschakeld.

Is een noodstop met een kapje er over toegestaan?

In de machinerichtlijn staat dat de noodstop duidelijk herkenbare, goed zichtbare en snel bereikbare bedieningsorganen moet hebben. In de praktijk komen we diverse uitvoeringen van kapjes tegen om te voorkomen dat de noodstop per ongeluk wordt bediend. In veel gevallen is het gebruik van een noodstopknop met een “kraag” geen probleem. Echter een noodstopknop achter een klepje is niet toegestaan.

Hier vind je een Engelstalig artikel over verschillende types noodstopinrichtingen.
Bewerkte bron: iab ingenieurs.