Een 10 keer strengere blootstellingslimiet

Op 20 december 2023 zijn nieuwe Europese grenswaarden voor asbest in werking getreden. Ze dient uiterlijk, binnen 2 jaar tegen 2025 omgezet te worden in Belgisch recht. Hoewel asbest in de EU al bijna 20 jaar verboden is, vormt het in oudere gebouwen nog steeds een bedreiging voor de gezondheid van werknemers. De nieuwe Europese regels stellen dat werkgevers ervoor moeten zorgen dat geen enkele werknemer wordt blootgesteld aan een asbestconcentratie in de lucht die groter is dan 0,01 vezel per cm3, berekend als tijdsgewogen gemiddelde over een periode van acht uur. De waarde van 0,01 asbestvezel per cm³ is 10 keer lager en dus strenger dan de huidige grenswaarde van 0,1 vezel/cm3.

Meer nauwkeurige meting

Na een overgangsperiode van maximaal 6 jaar zullen alle lidstaten elektronen¬microscopie moeten toepassen om het asbest¬gehalte te meten. Deze nieuwe methode is gevoeliger dan de momenteel gebruikte fase¬contrast¬micro¬scopie en kan ook dunne asbest¬vezels meten.

Om gelijke tred te houden met de wetenschappelijke en technologische vooruitgang zal de richtlijn regelmatig worden bijgewerkt.

Strengere Belgische regels

Door het koninklijk besluit (KB) van 12 februari 2023 tot wijziging van titel 3 betreffende asbest van boek VI van de codex worden de bestaande bepalingen over de asbestinventaris, metingen, het werkplan en asbestverwijdering verduidelijkt en/of aangevuld.

Een aantal aanpassingen hebben betrekking op:

• een verplichte jaarlijkse update van de asbestinventaris met gedetailleerde werkwijze voor de inventariseerder
• luchtmetingen volgens een monsternemingsstrategie opgesteld door het erkend labo
• en bijkomende preventiemaatregelen voor werken in een hermetisch afgesloten zone

Jaarlijkse actualisatie van de visuele asbestinventaris

Artikel VI.3-4 verplicht de werkgever tot het opmaken van een inventaris van alle asbesthoudend materialen in alle delen van de gebouwen, in de arbeidsmiddelen en beschermingsmiddelen op de arbeidsplaats.

Nu wordt zeer expliciet in artikel VI.3-4 de verplichting toegevoegd tot het uitvoeren van minstens een jaarlijkse update van de inventaris en dit door middel van visuele inspectie van de toestand van het asbest en het asbesthoudend materiaal.

Alsook wordt de inventaris bijgewerkt na elke gebeurtenis of actie die aanleiding geeft tot een verandering in de toestand van het aanwezige asbesthoudend materiaal, na verwijdering van asbesthoudend materiaal, en na detectie van asbesthoudend materiaal dat niet in de inventaris is vermeld.

Wanneer in het kader van de opmaak, de actualisering of de uitbreiding van deze inventaris monsters moeten worden genomen, wordt deze monsterneming uitgevoerd overeenkomstig de werkwijze zoals beschreven in bijlage VI.3-5.

De risicoanalyse

Art. VI.3-15.- Bij alle werkzaamheden waarbij het gevaar van blootstelling aan asbest kan bestaan, wordt het risico beoordeeld, ten einde de aard, de mate en de duur van de blootstelling van de werknemers aan asbest vast te stellen. Deze risicoanalyse wordt minstens eenmaal per jaar herhaald. De analyse dient opnieuw te worden uitgevoerd bij iedere wijziging van de omstandigheden die van invloed kunnen zijn op de blootstelling van de werknemers aan het kankerverwekkende asbest.

Luchtmetingen blootstelling asbest

Afhankelijk van de resultaten van de risicoanalyse laat de werkgever de concentratie aan asbestvezels in de lucht op de arbeidsplaats meten (Art. VI.3-17). Deze metingen worden volgens plan en regelmatig uitgevoerd. Het laboratorium stelt voorafgaand aan de werken een monsternemingsstrategie op.

Bij renovatie- of sloopwerkzaamheden

Art. VI.3-9 De werkgever in wiens inrichting werkzaamheden worden uitgevoerd door werknemers van een onderneming van buitenaf die kunnen worden blootgesteld aan risico’s te wijten aan asbest, overhandigt een kopie van het relevante deel van de inventaris tegen ontvangstbewijs aan de werkgever van die werknemers.

Art. VI.3-10 Het is hem verboden de werkzaamheden aan te vatten, zolang de relevante delen van de inventaris hem niet ter beschikking zijn gesteld. Indien er ook maar de geringste twijfel bestaat over de aanwezigheid van asbest in een materiaal of constructie, past hij de bepalingen van deze titel toe.

Indien tijdens de uitvoering van de werkzaamheden de aanwezigheid wordt vastgesteld van mogelijk asbesthoudend materiaal dat niet in de inventaris is vermeld, meldt de werkgever van de onderneming van buitenaf dit onmiddellijk aan de opdrachtgever.

De werkgever van de onderneming van buitenaf legt de werkzaamheden stil in alle zones waar, op basis van deze vaststelling, mogelijk niet geïnventariseerd asbesthoudend materiaal kan voorkomen. Deze zones worden duidelijk aangegeven en afgebakend en er worden gepaste maatregelen genomen om de toegang aan niet bevoegde personen te ontzeggen.

Het is hem verboden de werkzaamheden te hervatten tot dit materiaal is geanalyseerd, de inventaris en het beheersprogramma zijn bijgewerkt en, indien nodig, het werkplan is aangepast.

Er wordt nu verduidelijkt (Artikel VI.3-4) dat de verantwoordelijke voor deze bijkomende inventaris de ‘werkgever-opdrachtgever van deze werkzaamheden’ is.

Melding van een asbestwerf

Elke asbestwerf (Art. VI.3-27), ook éénvoudige handelingen, moeten uiterlijk 15 kalenderdagen voor de geplande aanvang van de werkzaamheden, gemeld worden aan de plaatselijke directie van TWW. Deze melding bevat minstens een beknopte beschrijving van:
• Ligging van de bouwplaats;
• Soorten en hoeveelheden asbest;
• Verrichte werkzaamheden en toegepaste procedés;
• Het aantal betrokken werknemers;
• De begindatum van de werken, alsmede de duur ervan;
• De preventiemaatregelen voor de werknemers.

In bijlage VI.3-2 wordt beschreven welke de minimale preventiemaatregelen zijn bij eenvoudige handelingen: fixeren van de asbest, blootstellingsmeting aan de asbest, adembescherming FFP3 of hoger en werknemers zijn opgeleid.

Het blootstellingsregister

De werkgever registreert wie blootgesteld is aan asbest (Art. VI.3-29), waarbij de naam van de werknemers, de aard en de duur van de werkzaamheden en de individuele blootstelling (uitgedrukt als de concentratie van asbestvezels in de lucht) vermeldt. Dit register wordt gedurende 40 jaar na het einde van de blootstelling bewaard in de hoofdzetel.

Informatie aan de werknemers

Vóór elke werkzaamheid waarbij de werknemers tijdens hun werk worden blootgesteld aan asbest krijgen deze werknemers gepaste voorlichting (Art. VI.3-36) over:
1. De mogelijke risico’s voor de gezondheid;
2. De grenswaarde (0.1 vezel per cm3) en de noodzaak van toezicht op het asbestgehalte in de lucht;
3. De hygiëne maatregelen met inbegrip van het rookverbod;
4. Te nemen preventiemaatregelen voor het dragen van beschermingsmiddelen en -kledij.

Preventiemaatregelen bij het nemen van asbestmonsters

Er wordt een nieuwe bijlage VI.3-5 gevoegd bij titel 3, boek VI van de codex. Deze bijlage bevat vooreerst een lijst van materieel waarover de inventariseerder moet beschikken om representatieve monsters te nemen, kruisbesmetting tussen monsters te voorkomen, de omgeving niet contamineren en zichzelf te beschermen. Dit is geen limitatieve lijst, en bijkomende uitrusting kan noodzakelijk blijken indien de monsternemingstechniek dat vereist of indien de risicoanalyse dat aangeeft.

De monsterneming van asbestverdachte materialen gebeurt volgens de meest recente en geschikte wetenschappelijke richtlijnen die een accuraat resultaat waarborgen en die een hoge bescherming van de inventariseerder en de omgeving waarborgen.

Hulp nodig 

Is uw bedrijf te klein om een fulltime preventieadviseur in dienst te nemen? Of komt u als zaakvoerder tijd te kort om het werk uit te voeren zoals je zou willen? 4 safe helpt bij het maken van de risicoanalyses of het uitwerken van de nodige documenten. Contacteer 4safe voor ondersteuning.

 

Meer weten

Nieuwe asbestregels

OVAM