Bedrijfsbezoek externe dienst vanaf 2022
Op 23 augustus verscheen een KB dat sleutelt aan het doel, de inhoud en de modaliteiten van het bedrijfsbezoek door uw externe dienst preventie bescherming op het werk (Liantis, Mensura, Idewe…) waarbij u bent aangesloten. De nieuwe regels gaan in op 1 januari 2022. Wat verandert er precies? En wat betekent dat voor uw organisatie?
De inhoud en frequentie van het bedrijfsbezoek worden aangepast aan een aantal recente bepalingen zodat alles beter op elkaar aansluit. Er is een onderscheid tussen kleine en grote bedrijven, waarbij er rekening wordt gehouden met het al dan niet aanwezig zijn van interne kennis. Daarnaast is er meer flexibiliteit mogelijk voor bedrijven met meer uitbatingszetels.
Ben ik een A/B/C-/C+ of D bedrijf?
De wetgeving maakt voor de bedrijfsbezoeken een onderscheid tussen bedrijven van groep D/C- en A/B/C+. De reden hiervoor: een bedrijf van groep A/B/C+ heeft intern een opgeleide preventieadviseur, een bedrijf van groep D/C- niet.
Groep C+ en C-: wat is het verschil?
Groep D omvat bedrijven met minder dan 20 werknemers waarbij de werkgever zelf de functie van preventieadviseur uitvoert. Kiest de werkgever er echter toch voor een personeelslid aan te stellen als preventieadviseur, dan behoort het bedrijf automatisch toch tot groep C.
In sommige bedrijven van groep C kan de werkgever beslissen om zijn preventieadviseur een hogere opleiding te laten volgen (niveau I of II). Dan behoort het bedrijf tot groep C+. Indien de preventieadviseur van een bedrijf C enkel over de basiskennis beschikt, dan behoort het bedrijf tot groep C-.
Wat wijzigt er voor D en C-bedrijven?
• Informatieplicht
Binnen de 2 maanden na aansluiting moet de externe dienst (EDPB) de werkgever informeren over de gevaren en risico’s verbonden aan zijn sector en de informatie verstrekken over mogelijke preventiemaatregelen, hulpmiddelen en tools die ter beschikking zijn. Dit alles om de werkgever al in een zeer vroeg stadium toe te laten aan de slag te gaan met zijn welzijnsbeleid. Daarnaast informeert de EDPB de werkgever ook welke opdrachten de EDPB dient uit te voeren.
• Een eerste verkennend bedrijfsbezoek
Elke nieuwe aangesloten werkgever zal een verkennend bedrijfsbezoek krijgen van zijn externe dienst. Hierbij zullen de 5 prioritaire risico’s bij de werkgever worden opgesomd waarop hij zich kan focussen en zo niet alles tegelijk aan te pakken. Tijdens dit eerste bezoek zal ook vastgesteld worden welke de gezondheidsrisico’s zijn. Op basis daarvan wordt beslist welke medewerkers al dan niet op periodiek medisch onderzoek dienen te komen.
Voor D en C-bedrijven die behoren tot een sector met minder risico’s zullen uiterlijk 1 jaar na aansluiting hun eerste bezoek krijgen. Voor bijvoorbeeld een bouwbedrijf zal dit binnen de 6 maanden na de aansluiting plaats vinden.
• Het periodieke bedrijfsbezoek
Tijdens het periodieke bedrijfsbezoek evalueert de EDPB wat de evolutie is voor de 5 prioritaire risico’s van het vorige bezoek, bekijkt of er nieuwe gevaren zijn ontstaan en bepaalt opnieuw 5 prioritaire risico’s. Voor deze bepaling houden bedrijfsbezoekers rekening met eventuele ongevallen die hebben plaatsgevonden, anonieme resultaten van medische onderzoeken of resultaten van andere interventies van de EDPB. Ook risicoanalyses die de werkgever zelf heeft uitgevoerd en alle andere info die zicht geeft op het welzijn van de medewerkers in het bedrijf dient als input.
Zowel het verkennend bezoek als het periodieke bezoek gaan gepaard met een fysiek bezoek van de werkplekken om de verzamelde informatie af te toetsen aan de realiteit op de werkvloer.
• Het beleidsadvies
Om te voldoen aan de verplichting tot het actief meewerken aan de risicoanalyse, moet een EDPB voldoen aan de informatieplicht, het verkennend bezoek en de periodieke bezoeken uitvoeren en samenbrengen in het beleidsadvies. Het beleidsadvies moet telkens worden aangevuld met nieuwe inzichten én praktische maatregelen voorstellen aan de werkgever. Voor de werkgever is het bedrijfsdossier de basis voor zijn globaal preventieplan en jaaractieplan.
Wat wijzigt er voor A/B en C+ bedrijven?
• Verkennend bedrijfsbezoek
Bij deze groep van bedrijven moet de EDPB bij nieuwe aansluiting een verkennend bezoek uitvoeren. Het is de interne dienst en de werkgever die de EDPB inzicht geven in de gevaren en risico’s op de werkvloer, op basis van de risicoanalyse die zij zelf uitgevoerd hebben. Samen met de fysieke rondgang moet dit de EDPB toelaten het gezondheidstoezicht voor elke klant te organiseren. Tijdens dit bezoek zal de preventieadviseur van de EDPB ook advies geven welke bijkomende taken en opdrachten best bij de EDPB neergelegd worden. Die afspraken worden neergeschreven in het identificatiedocument.
• Periodiek bedrijfsbezoek
De frequentie van de periodieke bedrijfsbezoeken voor alle A/B/C+ klanten gaat naar 1 bezoek om de 24 maanden. De redenering is dat het regelmatig bezoeken van de werkplekken in eerste instantie een taak is voor de interne dienst. Inhoudelijk focust dit bezoek op dezelfde onderwerpen als het verkennende bezoek: de EDPB inzicht geven in de (gewijzigde) risico’s om zo het gezondheidstoezicht waar nodig te kunnen aanpassen, een fysiek bezoek van de werkplekken en een afstemming van de taakverdeling tussen interne en externe dienst met indien nodig een aangepast identificatiedocument.
Betekent deze verlaagde frequentie van de periodieke bedrijfsbezoeken dat u uw arbeidsarts of andere preventieadviseurs van de EDPB slechts om de 2 jaar ziet? Nee, dit zou tijd moeten vrijmaken voor andere types van bezoeken: bezoeken aan gewijzigde werkposten, werkplekbezoeken in het kader van re-integratie van langdurig zieken of voor het uitvoeren van metingen, specifieke risicoanalyses, …. Door om de 2 jaar te focussen op de aanwezige risico’s die de interne dienst heeft vastgesteld – eventueel aangevuld met inzichten van preventieadviseurs van de EDPB – kan het gezondheidstoezicht nog beter dan vroeger afgestemd worden op de reële aanwezige en veranderende risico’s.
Bedrijven met meerdere zetels
Het nieuwe KB brengt daarin ook een belangrijke vernieuwing. Vanaf nu mag de EDPB samen met de werkgever in het verkennend bezoek in kaart brengen welke types van uitbating hij heeft (bv winkels en magazijnen) en in functie van de gevaren en risico’s van die types uitbatingszetels een bezoekschema vastleggen waarmee een regelmatig bezoek aan de verschillende uitbatingszetels mogelijk is.