Hoe zorgt u voor een brandveilige werkomgeving
Hopelijk heeft U nooit een brand, echter de gevolgen bij een brand zijn groot. Niet alleen de mogelijke slachtoffers, maar ook financieel heeft een brand een grote impact. Wist je dat een menselijke fout door het verkeerd gebruik van toestellen of producten op nummer één staat als brandoorzaak in bedrijven. Kortsluiting en overslaande brand vervolledigen de top drie.
Maar wat als er écht brand uitbreekt? Bent u goed voorbereid? Een goede risicoanalyse, de nodige preventiemaatregelen en voldoende aandacht voor brandbestrijding zijn onmisbaar op elke werkvloer.
De Codex boek III, titel 3 betreffende de brandpreventie op arbeidsplaatsen heeft de oude wetgeving – het ARAB art. 52 – deels vervangen en aangescherpt.
Start met deze 3 vragen
Een bedrijfsbrand, je mag er niet aan denken. Of juist wel. Sta even stil bij deze drie vragen.
1. Waar zitten de brandsrisico’s op mijn werkvloer?
2. Welke preventiemaatregelen moeten we treffen?
3. Wat doen als het toch misloopt?
Tot slot: verzamel al deze informatie in uw brandpreventiedossier.
Het brandpreventiedossier (Art. III.3-24)
Het belang van brandveiligheid is groot. Om brandrisico’s op de arbeidsplaatsen te voorkomen, moeten vaak diverse preventiemaatregelen toegepast worden. Een efficiënt brandpreventiebeleid moet ervoor zorgen dat al deze maatregelen een samenhangend geheel vormen. Daarom moet de werkgever een brandpreventiedossier (BPD) opmaken en regelmatig bijwerken.
Dit dossier, met inbegrip van alle documenten rond brandpreventie (procedures, evacuatieplan, interventiedossier, resultaat van de risicoanalyse, …), moet ervoor zorgen dat de verschillende betrokken personen zich een globaal beeld kunnen vormen van het brandpreventiebeleid van de onderneming. Onder “betrokken personen” verstaat we de werkgever, de preventieadviseur, de leden van het Comité PBW, de met het toezicht belaste ambtenaren én de openbare hulpdiensten.
Dit document moet niet alleen de risicoanalyse maar ook de materiële en organisatorische maatregelen bevatten om aan de vijf belangrijke doelstellingen van brandpreventie te voldoen:
- brand voorkomen
- de veiligheid verzekeren en evacuatiemaatregelen definiëren
- elk begin van brand bestrijden
- de schadelijke gevolgen van een brand beperken
- de tussenkomst vergemakkelijken van de openbare hulpdiensten
Risicoanalyse brand (Art. III.3-3)
Het Koninklijk Besluit met betrekking tot brandpreventie verplicht iedere werkgever tot het uitvoeren van een brandrisicoanalyse die regelmatig bijgewerkt moet worden. Hiervoor is geen periodiciteit opgegeven, maar er moet in elk geval een update gebeuren bij wijzigingen die een invloed hebben op het brandrisico. Er zijn verschillende risico’s waar rekening mee gehouden moet worden:
- waarschijnlijkheid van het ontstaan van brand
- arbeidsmiddelen – gebruikte stoffen – processen – interacties
- aard van de activiteiten
- grootte van de onderneming
- bezetting (werknemers, klanten, bezoekers…)
- specifieke risico’s eigen aan bepaalde groepen personen die aanwezig zijn
- ligging en bestemming gebouwen
Brandbestrijdingsdienst (Art. III.3-7)
Elke werkgever is verplicht een brandbestrijdingsdienst op te richten, ongeacht het aantal werknemers dat hij tewerkstelt. Aan de hand van een risicoanalyse kan bepaald worden hoe groot de brandbestrijdingsdienst moet zijn en over welke middelen hij moet beschikken.
Opleiding en informatie van de werknemers (Art. III.3-25)
De werkgever is verplicht zijn werknemers op te leiden en te informeren over:
- de brandrisico’s
- de preventiemaatregelen
- de waarschuwings- en alarmsignalen
- de toe te passen maatregelen bij brand
- de evacuatie
Elke werknemer moet deze informatie ten laatste op de dag van zijn indiensttreding krijgen en de werknemers moeten ook ingelicht worden als er bijkomende risico’s ontstaan. Ze moeten informatie krijgen over de preventiemaatregelen die genomen moeten worden en over de manier waarop ze moeten reageren als er brand zou ontstaan. Minstens eenmaal per jaar moet er ook een evacuatieoefening plaatsvinden.
Werken met derden (Art. III.3-27)
De werkgever ziet erop toe dat de aannemers, en in voorkomend geval de onderaannemers, die werkzaamheden komen uitvoeren in de inrichting van de werkgever, hem de informatie betreffende de brandrisico’s eigen aan de uit te voeren werkzaamheden verstrekken.
Wanneer de werkgever vaststelt dat de uit te voeren werkzaamheden een bijkomende risicofactor inhouden, moet de werkgever voorafgaand toestemming geven de uitvoering van de werkzaamheden door een vuurvergunning uit te reiken.
Hulp nodig bij het opmaken van uw brandpreventiedossier
4 safe helpt u bij deze analyse van waaruit maatregelen ter voorkoming en beheersing van brandrisico’s worden voorgesteld. Hierbij streven we naar een gezond evenwicht tussen wat praktisch haalbaar is en codes van goede praktijk. Bel of mail ons voor een afspraak.